Ik verkoop al enige tijd punchneedle producten als ik op Instagram het account van Natasha Mulder @zoownatas tegenkom. Wauw, wat heeft deze vrouw een leuke eigen stijl en wat vertelt ze enthousiast. Een echte maker! Geen wonder dat haar workshops zo snel uitverkocht zijn. Ook die van 19 januari bij MAAK Rotterdam. Ik trek de stoute schoenen aan en stuur haar een mailtje en ja! Ik pas er nog nèt tussen, happy me!
Ik weet hoe je moet punchen en heb ook wel eens een poging gedaan, maar nooit de rust gevonden om er ècht voor te gaan zitten. En eerlijk is eerlijk: alleen is ook maar alleen… Ik ben dus heel blij deze dag te kunnen aanschuiven in de super cosy conceptstore MAAK waar je koffie kunt drinken, workshops volgen en een mooie selectie artikelen kopen.
De workshop maakt alle verwachtingen waar: Natasha is een innemende persoonlijkheid die duidelijk uitlegt en op een onnavolgbare manier de deelnemers van de grote groep ieder individuele aandacht geeft.
Ik google een afbeelding van een roodborstje en ga ermee aan de slag. Het is verrassend makkelijk en heel, heel erg verslavend…. Ik krijg van Natasha materialen mee om hem thuis te kunnen afmaken en zit de rest van de middag in een creatieve bubbel op de bank 🙂
Als je in de gelegenheid bent (en Corona het toelaat….) moet je absoluut een workshop gaan volgen bij Zoownatas (https://zoownatas.nl), maar wil je gelijk beginnen met punchen, dan deel ik hieronder graag mijn ervaringen van de afgelopen maanden.
De stof
We beginnen met de juiste stof. Dat kan van alles zijn, zolang het maar een geweven stof is, niet tè strak. Dus geen t-shirtstof bijvoorbeeld. Ik gebruik hier een stuk kaasdoek, maar borduurstof, jute of een losse katoenen doek is ook heel geschikt. Span het stuk op door het schroefje van de borduurring los te draaien en de twee ringen van elkaar los te halen. Leg de stof op de binnenste ring en druk de buitenste er overheen. Draai het schroefje vast. You’re ready to go!
De afbeelding overnemen
De afbeelding die je wilt gaan punchen moet je op het doek overnemen. Er zijn natuurlijk van die tekentalenten die dat zo even doen, maar voor de mindere goden onder ons (zoals ik….), het kan ook anders.
Teken of print een afbeelding op de juiste grootte (die in je ring past) en leg de ring met opgespannen stof er overheen. De meeste stoffen zijn licht genoeg om de afbeelding er doorheen te kunnen zien. Is dat lastig, hou het geheel dan bij daglicht tegen het raam. Gaat dat ook niet omdat je voor een donkere stof hebt gekozen? In de winkel verkoop ik pakketjes transferpapier in verschillende kleuren voor stof. Daar zit bijvoorbeeld ook wit bij als je op zwart of donker wilt werken. Leg de stof neer, daar bovenop het transferpapier en dan het vel met de afbeelding. Door met een pen de lijnen over te trekken drukken deze door op de stof.
Heb je een lekkere stift en dunne stof, dan zie je de lijnen goed doorgedrukt aan de bovenkant van de stof, de plek waar je ze nodig hebt om te punchen. Je kunt ze ook nog een stukje extra overtrekken als het onduidelijk is, of de stof omdraaien en opnieuw in de ring opspannen.
LET OP: de meeste mensen gebruiken de kant met de lusjes als ‘goede kant’. Dat is dus de onderkant als je gaat punchen. Dat houdt in dat je de afbeelding zoals je die nu hebt overgenomen op de stof uiteindelijk in spiegelbeeld krijgt te zien!
Met mijn zeepaardje was dat niet zo’n probleem, maar ga je een woord punchen…. Print dan in spiegelbeeld uit of draai de stof in de ring om na het overtrekken.
De punchnaald
Er zijn veel verschillende punchnaalden in omloop. Ik heb er een paar uitgeprobeerd, Natasha een heleboel. Bij de workshop kwam ze voor ons met deze naald van Lavor Needles, die is echt top! Lekker compact, in de set zitten 3 verschillende maten naalden met een niet al te scherpe punt. Je vindt deze punchnaald in mijn winkel en webshop.
Kies voor de maat naald waar je draad makkelijk doorheen glijdt. De kant waar het schroefje zit is de voorkant van de houder. Draai het schroefje een stukje los zodat je de naald erin kunt stoppen (met het gaatje naar onder) en draai stevig vast. Met hoe diep je de naald in de houder stopt bepaal je de lengte van de lussen. De lusjes worden half zo lang als de lengte van de naald. Hele kleine lusjes maken is in het begin nog wel lastig, dus begin met met de naald wat langer te laten.
Inrijgen van de draad
Ik werk met stopwol voor het fijnere werk en anders met babywol of een mooie bamboedraad.
Pak het stukje ijzerdraad en vouw hem halverwege dubbel. Stop het ijzerdraadje met de dubbelgevouwen kant in de naald en druk hem er doorheen tot hij aan de achterkant van de handgreep eruit komt. Daar doe je je draad ertussen en trekt hem door de naald.
Het draadje zit nu aan de holle kant van de naald en moet nog door het gaatje worden getrokken. Gebruik hier ook weer het ijzerdraadje voor.
Nu kun je gaan punchen! Werk van groot haar klein: begin met de randen van het grootste motief. Hou het schroefje/de holle kan van de naald naar voren en steek hem helemaal door de stof tot je niet verder kunt. Haal de naald naar boven tot hij nèt uit de stof komt en je hem kunt verplaatsen. Steek een paar millimeter verderop in de stof. De steekjes van de randen doe je lekker dicht op elkaar. Zorg ervoor dat de draad altijd losjes hangt zodat je de lusjes niet per ongeluk lostrekt en blijf met de punchnaald dicht op de stof. In het begin is dat lastig, maar je zult merken dat je snel de slag te pakken krijgt.
Punch de hele rand en ga dan verder met de invulling met grotere steekjes. Controleer telkens aan de goede kant: als je de steken te dicht op elkaar maakt kan het werk bol komen te staan, de lusjes hebben immers een beetje ruimte nodig. Maak je te weinig steekjes dan zie je de stof er nog doorheen. Als dat zo is kun je er altijd nog wat tussen punchen.
Zo werk je dus van de grote naar de kleine vlakken toe. De aanhecht draden kun je kort afknippen.
Hier zie je hoe het werk er uiteindelijk aan de achterkant uitziet, met kleine platte steekjes dus. Dit is een combinatie van stopwol (zwart, wit en oranje) en een dunne babywol (voor pen 2,5). Gebruik je een iets dikkere draad dan vind ik deze kant ook mooi om te laten zien.
Als je je werk als schilderijtje aan de muur wilt hangen kun je het verder zo laten. Maar wil het gebruiken op een tasje of T-shirt, dan moet je de achterkant fixeren met textiellijm.
En dit is de ‘goede kant’. Als je ziet dat steekjes een beetje uit het lood staan, kun je ze met je naald op de juiste plek duwen. Ik heb drie plekjes open gelaten en daar doorzichtige steentjes in geplakt met een blauw velletje erachter.
Ik hoop dat je veel plezier zult beleven aan het punchen. Is het allemaal nog niet helemaal duidelijk, kom dan gezellig langs in de winkel dan laat ik het zien! En kun je niet wachten, bestel dan je startpakket hier